KKP 10 meter
KKP is een officiële KNSA schietsport discipline waarbij er geschoten wordt met klein kaliber pistolen en revolvers over de officiële wedstrijd afstand van 10 meter. Bij verenigingen wordt ook op non wedstrijd afstanden van 12 en 25 meter geschoten.
Met klein kaliber bedoelt men .22LR (5.6 mm) randvuurmunitie. De schiethouding bij KKP is vrijstaand en het wapen wordt met één hand vastgehouden.
Een wedstrijd zelf bestaat uit 40 schoten met een onbeperkt aantal proef schoten. De toegestane richtmiddelen zijn keep/korrel en er worden niet meer dan vijf patronen geladen in het wapen. De schutter is zelf degene die kaarten dient te wisselen.
Er is een breed assortiment van pistolen en revolvers in gebruik bij wedstrijden en bij verenigingen. Wedstrijd wapens, net als bij klein kaliber geweer en karabijn dienen ook te voldoen aan specifiek technische eisen: dat te maken heeft met looplengte, trekkerdruk, greep en breedte van het wapen.
Meesterkaart 25/50 meter
Deze discipline wordt verschoten op de Internationale Pistoolschijf 25/50 mtr. en het schietprogramma bestaat uit 8 series van 5 schoten vooraf gegaan door twee proefseries van 5 schoten.
De schutter ontvangt 10 schietschijven; 8 schietschijven voor de wedstrijd en 2 schietschijven voor proefschoten. De schijven worden door de schutter, op commando van de baancommandant, gewisseld.
De schietafstand is 25 meter De discipline Meesterkaart licht (MKL) wordt verschoten met pistool of revolver van het kaliber .22 (5,6 mm) en een trekkerdruk van min. 1000 gr. De discipline Meesterkaart zwaar (MKZ) wordt verschoten met pistool of revolver van het kaliber .30 t/m .38 ( 7,62 mm t/m 9,65 mm) en een trekkerdruk van min. 1360 gr. De te gebruiken wapens mogen niet zwaarder zijn dan 1400 gr. incl. accessoires, loopgewicht en geplaatst leeg magazijn en moeten passen in een kistje van 300x150x50 mm.
Alvorens aan de wedstrijd te beginnen krijgt de schut(s)ter de gelegenheid de schietbaan te betreden om zijn/haar uitrusting uit te pakken en gereed te leggen. Wanneer dit (op indicatie van de baancommandant) is gebeurd krijgt de schut(s)ter 5 minuten de tijd om zich voor te bereiden op de wedstrijd.
Het gebruik van baankijker, schietpet en schietbril is toegestaan.